Voor in je pauze: Meeuw

Voor in je pauze

taalnaartaal meeuw voor in je pauze      Meeuw

Kort verhaal      

De lente beroert ook de meeuwen. Zo chagrijnig als ze kunnen kermen en met hun gele ogen puin en prooi in de gaten houden, zo lieflijk beminnen ze elkaar door met hun snavels elkaars kopjes te bepotelen.

Dit paar was nog niet zover. Ze stapten met voorzichtige pasjes, het water tot aan de tere enkeltjes, voorzichtig om elkaar heen in de plas water waarin Corporate Entity van Wessel Couzijn na een lange winter eindelijk weer weerspiegelt. Zij letten niet op mij. Ik liep ze voorbij naar de brede entree van Unilevers hoofdgebouw, schikte mijn haar met een snelle blik en beweging in het schoongewreven glas en meldde me aan.

Toen ik weer buiten kwam, scheen de zon volop waardoor alles baadde in oogverblindend licht. De helblauwe lucht, de lichtgrijze tegels van het bordes naar het Weena, de voorbijrijdende trams, de voorruiten van de auto’s en mijn ogen. De wind was nog niet helemaal gaan liggen en ook daardoor traanden mijn ogen. Ik knipperde een paar keer flink. Ontdaan van dit ongemak raak ik aangedaan: spierwit oplichtend tegen de basaltkleurige bak waaruit het stekelige beeld oprijst, resten van de meeuwen slechts twee Icarus-vleugeltjes bijeengehouden door wat botjes, pezen en een dotje bloed. Ongetwijfeld het overblijfsel van de ochtendvlucht van onze enige echte Rotterdamse roofvogel: de slechtvalk die huist net onder de top van de Willemsbrug. De lente is wreed! “Ech waar!”

 

© copyright edith nijhof
april 2014

 

 

 

 

Geef een antwoord